|
Ga naar Bijvoeglijke naamwoorden, Werkwoorden, Oefening
Les 5 Vocabulaire
Bijvoeglijke naamwoorden - Vergelijkingen In het Nederlands wordt -er , resp. -st toegevoegd. Bijv. hoog, hoger, hoogst (om de uitspraak te bewaren wordt vaak een klinker weggehaald of een medeklinker verdubbeld in de vergrotende trap. In het Zweeds wordt -are en -ast toegevoegd waar dat mogelijk is. In langere woorden wordt mer en mest toegevoegd aan de basisvorm van het bijvoeglijke naamwoord, net zoals in het Engels more en most.
kort- kortare - kortast intressant - mer intressant - mest intressant vacker - vackrare - vackrast liten - mindre - minst
den korta bilen ett litet barn Mitt hus är lika stort som ditt. - Mijn huis is even groot als het jouwe.
Werkwoorden - De onvoltooid verleden tijd (o.v.t.) en de voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.) In het gebruik van de o.v.t. en v.t.t. lijkt het Zweeds meer op het Engels dan op het Nederlands. In het Nederlands wordt de v.t.t. veel vaker gebruikt dan in het Zweeds. Wij zeggen bijvoorbeeld Ik heb je gisteren gezien (v.t.t.). In het Zweeds en het Engels moet men echter zeggen Ik zag je gisteren (o.v.t.). De voltooid tegenwoordige tijd bestaat uit de tegenwoordige tijd van het hulpwerkwoord ha (hebben) en het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. De voltooid verleden tijd (v.v.t.) wordt - net als in het Nederlands - gevormd door de verleden tijd van ha te combineren met het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. In het Zweeds wordt zijn (vara) nooit als hulpwerkwoord in de v.t.t. en v.v.t. gebruikt, dit in tegenstelling tot in het Nederlands. De onvoltooid verleden tijd wordt gevormd door het toevoegen van een achtervoegsel aan de werkwoordsstam. Groep 1+2:
Voorbeeld:
Kijkt u eens naar mijn lijst met onregelmatige Zweedse werkwoorden.
Oefening - Vertaal de volgende zinnen in het Zweeds 1 - Ik was tien jaar geleden in Zweden.
Terug
naar het lesmenu,
of Naar boven
, of
Ga naar les 6
Any opinions, comments, corrections are welcome to this address: Copyright Björn Engdahl 2008 |